Frambozenstruik planten? Al jouw vragen beantwoord!

Een framboos laat zich goed verplanten en het is dus ook zeker mogelijk om deze plant mee te nemen naar een andere plek. Het is ook mogelijk om een frambozenstruik te 'scheuren', en zo van één grote plant meerdere kleine planten te maken.

Beste tijd

De beste tijd om een frambozenstruik te verplanten is in de winter, als de struik zijn blad heeft laten vallen en geheel in rust is. In de late herfst of het vroege voorjaar wil ook wel eens lukken. In de zomer, als de struik vol blad zit, kan je beter geen poging wagen. De kans dat de plant het verplanten dan overleeft is erg klein.

Instructies voor verplanten

Als je alle tijd hebt kan je het beste beginnen door de wortels van de frambozenstruik op zo'n 50cm rondom de struik af te steken met een schop. De struik gaat nu nieuwe wortels vormen.

Na een week of 4 mag je de framboos nu uitgraven. Natuurlijk probeer je altijd zoveel mogelijk wortels te behouden. Hoe groot de kluit is die je uitgraaft is helemaal afhankelijk van hoe oud de struik is. Over het algemeen wortelt een framboos tot een diepte van zo'n 40-50cm.

Na het planten is het belangrijk om de framboos goed te snoeien. Omdat het wortelgestel van de struik door het verplanten kleiner is geworden moeten we er ook voor zorgen dat de er minder en kleinere takken aan de struik zitten. Zo is de plant weer in balans.

Hoe groot een frambozenstruik wordt hangt van twee dingen af: het ras en de manier waarop je hem snoeit.

De meeste frambozenstruiken worden zo'n 150-200cm hoog, mits ze opgebonden en uitgeleid worden. Als gewone struik worden ze maximaal 150cm hoog maar kunnen ze wel wat gaan hangen.

Dwergframbozen en frambozen in pot worden over het algemeen maar zo'n 100cm hoog.

Omdat je een herfstframboos verder terugsnoeit dan een zomerframboos blijft deze meestal wat kleiner, en is deze beter geschikt voor een kleine tuin.

De framboos groeit erg snel. Soms met wel zo'n 100cm per jaar. Je kunt de struik daarom gerust elk jaar snoeien. Zo blijft de frambozenstruik beter in vorm en geeft deze ook beter fruit.

Een frambozenstruik 'loopt' en wordt daarom steeds breder. Dit houdt pas op als je zelf nieuwe uitlopers gaat wegsnoeien. Je kunt hem zo, met het aanbinden van takken, op een breedte van 50cm behouden. Snoei je geen takken weg? Dan kan de framboos wat gaan woekeren.

Je kunt een frambozenstruik het beste planten op een plaats in de volle zon of in de halfschaduw. Een halve dag zon is echt wel het minimum, want voor de schaduw is deze struik niet geschikt.

Een framboos heeft liever geen 'natte voeten' en het is daarom belangrijk dat de ondergrond goed gedrainneert is. De framboos heeft ook een voorkeur voor een licht zure ondergrond. Veengrond is daarom perfect voor een frambozenstruik.

Zware kleigronden zijn niet geschikt om frambozenstruiken te planten. Je kunt ervoor kiezen om de framboos in pot te houden, of de grond aanpassen. Gebruik daarvoor grof zand (om de structuur te breken) en wat potgrond of tuinturf (vergeet tuinturf niet te mengen met de bestaande tuingrond).

Om te voorkomen de struik erg groot wordt kan je een frambozenstruik het beste opbinden. Dit kan langs een muur of schutting, maar ook simpelweg met behulp van enkele palen en draden. Gebruik voor het aanbinden wel bindbuis en niet ijzerdraad of touw, want dat kan de takken afknellen.

Frambozen kan je het beste aanbinden en uitleiden. Zo pluk je de lekkerste vruchten en voorkom je dat de struik groot en onhandelbaar wordt.

Hoewel frambozen en de bladeren van de frambozenstruik geen geschikt voedsel zijn voor katten en honden, zijn ze ook niet giftig.

Als een kat of hond dus per ongeluk enkele frambozen, bladeren of een stuk tak oppeuzelt, zal dit waarschijnlijk geen problemen opleveren. Sommige bronnen rapporteren wel dat verse bladeren misselijkheid kan opleveren.

Dit betekent natuurlijk niet dat frambozen, bladeren of takken een geschikte toevoeging zijn voor het dieet van deze dieren!

Een frambozenstruik in de tuin is geheel winterhard. Je hoeft hem dus ook niet te overwinteren. Wel is het belangrijk om hem niet op een te drassige plaats aan te planten. Als er bij de frambozenstruik langdurig water blijft staan kunnen de wortels gaan rotten en de plant afsterven.

In pot is de frambozenstruik ook redelijk winterhard, maar is enige hulp bij het overwinteren wel nodig. Plaats de framboos in pot op een beschutte plaats waar deze niet pal in de wind staat. Bij zware vorst, dat is meer dan -15 graden celcius, mag de pot worden ingepakt met jute of plastic, of op een beschutte plaats worden gezet. Denk bijvoorbeeld aan een (onverwarmde) schuur of kas, of onder een afdakje.

Frambozenstruiken geven al op jonge leeftijd frambozen. Meestal in het jaar van planten, of het jaar daarna. Daarna kan je elk jaar frambozen plukken.

De tijd wanneer de frambozen rijp zijn, is afhankelijk van het ras. Er zijn zomerframbozen, die rijp zijn tussen juni en (begin) augustus. En herfstframbozen, die rijp zijn tussen augustus en oktober. Als je meerdere rassen combineert kan je dus heel lang frambozen uit de eigen tuin eten.

Het is niet nodig om frambozen te 'dieven', dat is het verwijderen van een deel van de frambozen. In tegenstelling tot bij veel andere fruitstruiken zal dit de grootte en smaak van de overgebleven frambozen niet verbeteren.

Een overzicht van frambozen en hun rijptijd vind je in onze webwinkel: frambozen kopen.

Een framboos is eigenlijk geen klimplant, en zal uit zichzelf dus niet tegen een muur of schutting aanklimmen.

Het is wel een struik met erg lange takken die zich goed laat aanbinden. Zo kan je dus met relatief weinig onderhoud toch een muur of schutting laten begroeien met frambozenstruiken. Zo pluk je heerlijke frambozen uit je eigen tuin.

Zorg er eerst voor dat je iets hebt waar je de takken aan kunt vastbinden. Ze hechten namelijk niet uit zichzelf tegen een (gladde) schutting of muur. Horizontale ijzerdraden op elke 15-20cm is ideaal en werkt het makkelijkste. Ook simpel gaas met grote gaten werkt perfect.

Hierna kan een frambozenstruik worden geplant. De takken worden aangebonden zodat er elke 10-15cm een verticale tak naarboven loopt. De tak wordt elke ca. 50cm vastgebonden aan het gaas of de ijzerdraden. Gebruik hiervoor bindbuis. Bindbuis is namelijk flexibel, en snijdt niet in de takken.

De framboos is geen klimplant, maar laat zich wel erg goed aanbinden en leiden. Zo kan je toch een schutting of muur begroeien.

Door een frambozenstruik elk jaar te bemesten krijg je de meeste en meest smakelijke vruchten. Je bemest een frambozenstruik het beste in maart. Je mag ook een tweede bemesting toedienen in juli.

Je kunt voor het bemesten gebruik maken van normale organische meststoffen. Gedroogde koemestkorrels zijn bijvoorbeeld een prima keuze. Wil je toch voor een speciale meststof gaan? Geef dan het liefste een meststof met extra kali. Dit zorgt voor stevige en smakelijke vruchten.

Kalk geef je niet aan frambozen. Dit maakt de ondergrond basisch, terwijl frambozenstruiken juist liever op een licht zure ondergrond groeien.

Jonge frambozenstruiken, die dat jaar geplant zijn, geef je liever helemaal geen voedingsstoffen. Dien die juist pas toe als de struik groot gegroeid is en veel vruchten draagt.

De frambozenstruik bloeit, afhankelijk van het ras, tussen april en juli. De herfstrassen kunnen zelfs nog wat later doorbloeien. Veel frambozenstruiken bloeien door naarmate de vruchten afrijpen. De vruchten zijn dus niet allemaal tegelijk rijp, maar de struiken zijn 'doordragend'.

De bloemen zelf zijn jammer genoeg relatief onopvallend, met een witte tot lichtgroene kleur. Ze geuren ook niet. Ze zijn wel mateloos populair bij (wilde) bijen, hommels en zweefvliegen die veel nectar verzamelen van frambozenstruiken. Frambozen zijn dus een hele goede struik om aan te planten om insecten in de omgeving te ondersteunen.

Na enkele weken beginnen de bloemen langzaam maar zeker te veranderen in kleine frambozen (vruchtbeginselen) die de weken daarna uitgroeien tot smakelijke frambozen. Eet smakelijk!

Een frambozenstruik moet je water geven bij warmte en droogte, als deze struik in een pot staat of minder dan 6 maanden daarvoor is aangeplant. Frambozenstruiken die al langere tijd in de tuin staan zoeken hun eigen water op, en hoeven alleen in extreme, aanhoudende droogte water te krijgen. Ook op zeer droge ondergronden, zoals bijvoorbeeld zandgronden op heuvels, hebben ook oudere struiken water nodig.

Een framboos kan je het beste vermeerderen door stekken of door scheuren.

Frambozenstruik scheuren

Het scheuren van een frambozenstruik is thuis meestal de makkelijkste manier om de plant te vermeerderen. Je scheurt een framboos in de herfst, zo rond oktober, als het blad net is gevallen.

Graaf de struik voorzichtig uit met een spitvork of een schop, zorg ervoor dat je de wortels zo min mogelijk beschadigt. Schud de aarde een beetje van de wortels. Zo kan je goed zien hoe de struik is gegroeid.

Kijk goed naar de wortelkluit en zoek naar natuurlijke scheidingspunten. Vaak zijn er meerdere stengels die elk hun eigen wortelstelsel hebben. Gebruik een scherp, schoon mes of een snoeischaar om de struik in delen te scheuren. Elk deel moet gezonde wortels en minstens één of twee stengels hebben.

Plant elk deel meteen opnieuw op een geschikte locatie. Plant ze op dezelfde diepte als ze eerder stonden. Geef de nieuw geplante struiken éénmalig goed water om de wortels te helpen vestigen. Omdat de planten in de herfsst gescheurt zijn hoef je ze verder geen water meer te geven.

Winterstek van framboos

Frambozen laten zich ook goed stekken. Dit doe je het beste in de winter, als het niet vriest en het ook niet te nat is.

Kies gezonde, sterke stengels van het huidige jaar die ongeveer potlooddikte hebben.
Snijd stekken van ongeveer 20-30 cm lang, zorg ervoor dat elke stek minstens drie knoppen heeft. Snijd de stekken net onder een knop aan de onderkant en net boven een knop aan de bovenkant.

Doop de onderkant van de stek in wortelhormoonpoeder om de wortelvorming te stimuleren (optioneel maar aanbevolen).

Steek de stekken ongeveer twee derde diep in de grond, zodat minstens één knop boven de grond blijft.