Een druivenstruik planten en verzorgen

Een druif is toch wel een parel van de mediteranne tuin. Deze klimplant staat bekend om de prachtige groene bladeren en kleurrijke trossen vol met zoete verrassingen. Hoewel druiven van origine uit zuiderlijke oorden komen zijn er tegenwoordig ook rassen die goed geschikt zijn voor ons klimaat. Op die manier kan je ook thuis zoete en smakelijke consumptiedruiven plukken, en zelfs ook wijn maken. Moderne, meeldauwresistente rassen maken druiven ook nog eens een stuk onderhoudsvriendelijker dan ze waren. Heb je dus een warme plek in de tuin waar je nog een klimplant kwijt kunt? Overweeg dan om een druif aan te planten!

Druivenplant kopen? Kijk eens in onze webwinkel!

Op deze pagina:

• Druivenstruik bemesten

Hoe kies ik een druivenplant uit?

Als u een druivenplant gaat uitzoeken heeft u veel keus. Meestal is het een goed idee om uzelf de volgende vragen te stellen:

• Waarvoor ga ik de druiven gebruiken (wijn, consumptie)?
• Waar komt de druif te staan (in de kas, buitenop het zuiden, op een minder zonnige plaats buiten)?
• Welke kleur druif wil ik (wit, blauw, rood)?
• Wil ik liever kleine druiven, of grote druiven (die dan meestal wel gekrent moeten worden).

Als u deze vragen voor uzelf heeft beantwoord kunt u d.m.v. de filters in onze webwinkel (zie de linkerkant van de pagina) makkelijk de rassen vinden die bij uw wensen aansluiten. Populaire druiven in ons assortiment zijn o.a. Bianca en Boskoop Glory (consumptiebuitendruif met pit), Vanessa, Lakemont en Eddy's Blue Wonder (consumptiebuitendruif zonder pit), Regent en Solaris (wijndruiven voor buiten), Golden Champion en Frankenthaler (consumptiekasdruif met pit), Black Seedless (consumptiekasdruif zonder pit, kan ook buiten). Dat deze rassen betekend zeker niet dat overige rassen in ons assortiment minder goed zijn. Meestal zijn deze alleen minder bekend. Uit ons assortiment kunnen wij alleen de Vroege van der Laan niet aanbevelen.

Waar plant ik mijn druivelaar?

Uw druivenplant op de juiste plaats zetten is de helft van het werk. Een druif die het goed naar zijn zin heeft zal minder onderhoud nodig hebben en een betere productie halen. U heeft grofweg drie plaatsen waar u een druif kunt planten: in de kas of serre, buiten op een zuidermuur/schutting of buiten op een minder warme plaats. Bij druiven geldt: hoe meer zon en warmte, hoe beter. Een druivenplant die veel zonuren heeft krijgt de zoetste vruchten.

Plantafstand druivenstruiken

Hoe ver je druivenstruiken bij elkaar vandaan plant hangt geheel af van hoe je hem gaat snoeien. Het is dus belangrijk om daar vooraf bij stil te staan, voordat je druivenstruiken koopt. De afstand tussen druivenplanten is als volgt:

• Als je de druif maar weinig gaat snoeien, hou je 2-4 meter aan tussen individuele druivenplanten. Dit is dus de afstand van 'stam tot stam'.
• Bij een intensievere snoei, zoals de Guyot-methode, hou je ongeveer 1.2 meter aan tussen de druivenplanten. Dit is dus de afstand van 'stam tot stam'.

Als je de druivenplant niet horizontaal gaat uitleiden langs een muur, schutting of draden maar over een pergola laat klimmen heb je ongeveer één druif per 4-6 m2 pergola-dak nodig om het dak vol te laten klimmen. Een druivenstruik klimt niet naar beneden, dus als je ook de palen rondom de pergola wilt laten begroeien is het belangrijk om één druivenstruik per pilaar aan te planten.

Hoe snel groeit een druivenstruik?

Een druivenstruik kan dus heel klein of heel groot worden. Des ondanks zal een druivenstruik altijd behoorlijk groeien. Een druif groeit gerust één tot twee meter per jaar. Wil je dat je druif meer groeit? Bijvoorbeeld om snel een pergola te vullen. Dan kan je de trossen wegknippen. Doordat de druivenstruik geen druiven hoeft af te laten rijpen houd deze meer energie over om te groeien. Ook een tweede bemesting met organische meststoffen in augustus kan de groei stimuleren, maar pas bij jonge planten wel op voor overbemesting.

Zoals we beschrijven bij ons artikel over het snoeien van druiven mag je de druif in de zomer gewoon bijsnoeien, en in de winter mag je een grote snoei toepassen. Snoei takken die te hard groeien en in de weg zitten dus gerust direct weg. Dit kan voor jonge takken helemaal geen kwaad. Dikkere takken die niet dat jaar gegroeid zijn, en dus al ouder zijn, snoei je beter in de winter. Maar ook dan mag je de druif dus gerust inkorten.

Een druivenstruik geeft vaak al snel fruit. Vooral druiven met pit geven al na één of twee jaar na planten de eerste trossen. Vaak hebben we in de winkel al enkele planten met druiventrossen, bijvoorbeeld bij onze oude druivenstruiken. Bij pitloze druiven kan het iets langer duren, bijvoorbeeld twee tot drie jaar na aanplanten.

Druivenstruik bemesten

Een correcte voeding is erg belangrijk voor een gezonde druivenplant. Een goede bemesting zorgt voor groei, een goede oogst, smakelijke druiven en ook een gezonde plant die minder wordt aangetast door schimmelziekten.

De druivenstruiken die wij leveren hebben genoeg voeding voor het eerste jaar in de pot. Het jaar nadat de druif is geplant mag deze bemest gaan worden.

Ook als u de druivenstruik niet bij ons gekocht heeft adviseren wij om het eerste jaar minder te bemesten: omdat de struik nog klein is heeft hij niet veel voedingsstoffen nodig, en je voorkomt zo wortelverbranding.

Basisbemesting druiven

De basisbemesting van een druif bestaat uit twee onderdelen: een (organische) meststof zoals koemestkorrels en (natuurlijke) kalk.

De organische meststoffen bevatten alle voedingsstoffen en mineralen die een druif nodig heeft.

De kalk is van belang om de Ph-waarde goed te houden. Druivenstruiken houden niet van een zure ondergrond, en door het toevoegen van kalk wordt de Ph-waarde verbeterd en neemt de druivenstruik beter voedingsstoffen op.

Voor zowel de kalk als organische meststoffen hou je het beste de hoeveelheden aan zoals deze staan aangegeven op de verpakking, omdat de dosering per middel kan verschillen.

Geef de druivenstruik kalk in februari, en bemest met organische meststoffen in maart.

Op een ondergrond die slecht voedingsstoffen vasthoudt, zoals zandgrond, is een tweede bemesting later in het jaar aan te bevelen. Augustus is een mooi moment om deze voeding toe te dienen, om een tweede groeispurt te stimuleren. Als je geen zand hebt als ondergrond, maar de druivenstruik veel trossen draagt en het blad geel begint te verkleuren, is een tweede bemesting aan te raden. Deze mag dan gerust ook wat eerder gegeven worden, bijvoorbeeld al in juli.

Deze basisbemesting is perfect voor de hobbydruiventeler. Maar natuurlijk is er een meer optimale bemesting dan deze basisbemesting, voor wie een echte semi-pro wil zijn. Maar voordat de exacte voeding kan worden aangepast is het van belang om een bodemonderzoek uit te laten voeren, want zo weet u precies wat uw startpositie is. U kunt dan met aangepast meststoffen het ideaal voor druiven benaderen. 

Er zijn ook speciale meststoffen voor druivenstruiken in de handel verkrijgbaar. Deze bestaan uit een organische meststof met extra kalium en kalk, en bieden dus een "alles-in-één oplossing".

Voedingstekorten herkennen

Soms is het goed om van deze basisbemesting af te wijken en zodanig te bemesten dat specifieke tekorten worden verholpen.

Een voedingstekort voor een druif herkennen kan door goed naar de bladkleur te kijken. Als de bladkleur in de zomer niet helder groen is, dan is er waarschijnlijk een voedingstekort. Dit is natuurlijk niet het geval in de herfst, wanneer de druif van nature een bladverkleuring doormaakt. De exacte kleur en het patroon geven aan welke voedingsstof er onvoldoende aanwezig is, en hier kunt u dan ook een bijpassende meststof voor toepassen. In de particuliere tuin is een basisbemesting, zoals organische meststoffen, meestal een prima oplossing.

In de onderstaande tabel vindt u meer informatie over welke verkleuring een tekort in welke voedingsstof aangeeft. U kunt ook gebruik maken van de foto's van voedingstekorten die u hier kunt vinden.

Een structureel tekort aan voedingsstoffen kan de groei en gezondheid van de plant negatief beinvloeden, kan zorgen voor een lage productiviteit en oogst en slechte smaak.

Als een druif incidenteel een klein tekort aan voedingsstoffen heeft, bijvoorbeeld aan het einde van het seizoen, dan is dit geen goed probleem. Met de volgende bemestingsronde wordt dit vanzelf opgelost.

Bemesten van een zieke of zwakke druivenstruik

Vaak wordt bij plantenziekten teruggevallen op het toedienen van meststoffen, maar dit is niet altijd een goed idee. Natuurlijk is bij een gebreksziekte zoals ze hierboven zijn genoemd het correct bemesten een oplossing. Maar meer mesten dan nodig voegt niets toe, en bij een plant die verzwakt is vanwege een andere reden (bijv. schade door insecten, verplanten of te sterke snoei) kan het zelfs averechts werken. De vele meststoffen kunnen de wortels aantasten en daardoor het probleem verergeren.

Referenties

Foto van blad druif met fosfortekort door http://www.kvins.com. CC BY 2.0 licentie