Opal, Elstar, Conference, Lapins. Wie een fruitboom komt uitzoeken, gaat opvallend vaak met zo’n vertrouwd ras naar huis. En dat is geen toeval. Sommige fruitrassen zijn zó ingeburgerd, dat ze bijna vanzelf de standaardkeuze zijn geworden.
Maar waarom grijpen we zo vaak naar dezelfde namen? Het zijn rassen met een bewezen staat van dienst: ze dragen goed, smaken vertrouwd en stellen weinig eisen. Veel mensen kennen ze van vroeger of uit de supermarkt, wat de keuze extra makkelijk maakt. Maar zijn die klassiekers ook echt de beste keuze voor jouw tuin?
In deze blog kijk ik naar de rassen die bijna iedereen kiest — bij appels, peren, pruimen en kersen. Wat maakt ze zo populair? Zijn er ook alternatieven die je zou moeten overwegen? En waar let je op als je een fruitboom uitzoekt?
Wat maakt een fruitboom een klassieker?
Een fruitras wordt niet zomaar een klassieker. Het moet zich jarenlang bewijzen in tuinen van allerlei soorten en maten. De meeste populaire rassen zijn sterk, productief en betrouwbaar. Ze leveren vrijwel elk jaar vruchten, vaak al na een paar jaar.
Ook de smaak speelt een grote rol. Veel mensen kiezen wat ze kennen, appels die ze altijd halen bij de groenteboer, of peren uit de supermarkt die altijd goed bevallen. Bekende namen geven vertrouwen: je weet wat je kunt verwachten.
Daarnaast helpt het als een ras weinig eisen stelt. Klassiekers doen het meestal goed op gewone tuingrond, zijn niet al te gevoelig voor ziektes, en vragen geen ingewikkelde snoei. En ja, soms speelt nostalgie mee: een Opal pruim herinnert aan het ouderlijk huis, een Elstar aan de appeltaart van oma.
Kortom: klassiekers zijn makkelijk, vertrouwd en smaken goed. Maar dat betekent niet dat er geen verrassend goede alternatieven zijn.
Appels: wil je een Elstar of Jonagold?
Vraag je iemand om een appelras te noemen, dan is de kans groot dat je “Elstar” of “Jonagold” als antwoord krijgt. Het zijn dé publieksfavorieten, en dat zie je ook terug in de fruittuin.
Elstar is compact groeiend, bloeit niet te vroeg en geeft vrij snel een flinke oogst. De appels zijn friszoet en aromatisch, ideaal om uit de hand te eten. Elstar groeit goed in kleine tuinen en is bovendien redelijk ziekteresistent, hoewel echte biologische tuiniers soms liever een ander ras kiezen. Ook is de Elstar goed zelfbestuivend.
Jonagold levert grotere, iets zachtere appels met een zoetere smaak. Ook dit ras draagt goed en is geliefd vanwege de herkenbare smaak uit de supermarkt. Het ras is goed zelfbestuivend maar geen goede bestuiver voor andere bomen.
Alternatieve appels
Wie eens iets anders wil dan de bekende supermarktappels, kan ook kiezen voor minder bekende rassen:
- Ecolette: een modern, resistent ras met een frisse Elstar-achtige smaak. Ideaal voor de biologische tuin.
- Notarisappel: een oud Hollands ras met stevige, lichtzure appels. Goede bewaarappel met karakter.
- Gloster: opvallend door zijn dieprode kleur, sappig en friszoet van smaak. Deze appel zou zo uit een sprookje kunnen komen.
Peer: Conference, Comice en Gieser Wildeman als stoofpeer
Bij handperen voeren Conference en Doyenné du Comice al jaren de lijst aan. Conference is de praktische alleskunner: zelfbestuivend, vroegdragend en betrouwbaar, ook in kleinere tuinen. De sappige, zoetige smaak is voor veel mensen precies goed. Comice is wat minder Hij stels iets meer eisen aan de standplaats en is wat ziektegevoeliger, maar wordt door liefhebbers gezien als de lekkerste handpeer die er is.
Wie nét even iets anders wil, kan kijken naar Concorde, een kruising tussen Conference en Comice. Deze peer is langwerpig als Conference, maar romiger van smaak. Ook de Williams is een mooi alternatief: sappig, aromatisch en iets vroeger rijp.
Voor stoofperen grijpen mensen bijna automatisch naar de Gieser Wildeman. Begrijpelijk: compact groeiend, rijkdragend en heerlijk van smaak. Wie een iets grotere peer zoekt of liever een iets latere pluk, kan ook eens de Saint Remy proberen, een oud, krachtig ras die prachtig dieprood kleurt bij het stoven.
De Conference is de meest aangeplante handpeer. Het is een betrouwbare boom met smakelijke peren.
Pruim: Opal en Victoria zijn het meest populair
Wie een pruimenboom zoekt, eindigt opvallend vaak bij Opal of Victoria. Niet voor niets: het zijn rassen die het bijna overal goed doen en bekend staan om hun overvloedige oogst.
Opal is een vroege zomerpruim met zoete, blauwe tot rood-paarse vruchten. Ze rijpen al in juli, smaken heerlijk van de boom en zijn ook geschikt om te verwerken. De boom blijft redelijk klein en is daardoor perfect voor de wat kleinere tuin.
Victoria is wat later rijp en produceert grotere, ovaalvormige pruimen met geelroze schil. Dit ras staat bekend om z’n enorme opbrengst, al wil de smaak nog weleens variëren afhankelijk van het weer. Toch blijft het een favoriet voor wie graag emmers vol pruimen oogst.
Zin in iets anders? Dan zijn er prachtige alternatieven. De Mirabelle de Nancy is een oud Frans ras met kleine goudgele pruimen die heerlijk zoet zijn, perfect om te eten of in te maken. En wie liever een iets stevige vrucht wil, kan kiezen voor Czar: een donkerpaarse, zelfbestuivende pruim die het ook in koelere zomers goed afrijpt.
Kers: Lapins als favoriet, Kordia en Regina als combinatie
Plant je één kersenboom, dan kiezen de meeste mensen voor Lapins. Dit ras is populair omdat het een zelfbestuiver is die grote, zoete vruchten geeft met een mooie dieprode kleur. Lapins doet het goed in de meeste tuinen en geeft doorgaans een betrouwbare oogst.
Worden het twee bomen, dan zien we vaak de combinatie Kordia en Regina. Beide rassen leveren stevige, sappige kersen met een heerlijke zoete smaak en zijn uitstekende bestuivers voor elkaar. Regina is iets later rijp dan Kordia, waardoor je langer van verse kersen kunt genieten.
Wil je een alternatief? Dan is Sunburst een aanrader: ook een zelfbestuiver met grote, zoete vruchten die iets vroeger rijpen dan Lapins. Voor wie Kordia en Regina wil vervangen, zijn Hedelfinger en Schneiders Späte mooie opties. Beide zijn robuust, smakelijk en zorgen voor een goede kruisbestuiving in de tuin.
De juiste fruitboom uitkiezen
De klassiekers, van Elstar tot Victoria en Lapins, zijn populair om een goede reden. Ze groeien betrouwbaar, geven een mooie oogst en smaken vertrouwd. Toch betekent dat niet dat ze voor elke tuin en elke fruitteler de beste keuze zijn. Standplaats, bodemtype, ruimte, bestuiving en jouw persoonlijke smaakwensen spelen allemaal een grote rol.
Wil je een gezonde boom met een rijke oogst die past bij jouw situatie? Neem dan goed de tijd om te kiezen. Let bijvoorbeeld op of je een zelfbestuiver wilt of juist meerdere bomen voor kruisbestuiving. Ook is het belangrijk te weten wanneer een boom rijpt, zodat je je oogst kunt spreiden. Met de juiste keuze geniet je straks elk jaar van heerlijke, verse vruchten uit eigen tuin!
Wil je hier meer over weten? In dit artikel lees je alles wat je moet weten over het kiezen van de juiste fruitboom voor jouw tuin:
De 6 belangrijkste dingen om op te letten als je een fruitboom gaat kopen