Rasomschrijving
Blauwe bes ‘Northland’ is een compacte struik die bekendstaat om zijn uitzonderlijke winterhardheid. De middelgrote, aromatische bessen rijpen vroeg in het seizoen en hebben een volle, zoete smaak die wat doet denken aan wilde bosbessen.
Zeer winterhard
‘Northland’ is een zogenoemde halfhoge blauwe bes: een kruising tussen de gewone blauwe bes (Vaccinium corymbosum) en een laagblijvende soort (Vaccinium angustifolium). Hierdoor is de struik uitzonderlijk winterhard en sterk. De struik groeit breed uit en wordt ongeveer 90–120 cm hoog. Dit is dus wat lager dan andere blauwe bessensoorten. De takken zijn soepel en breken minder snel dan bij andere rassen.
De blauwe bes Northland is zelfbestuivend en heeft een goede weerstand tegen ziekten en plagen. Het is een betrouwbaar ras waar je elk jaar blauwe bessen van kunt plukken.
Zoete blauwe bessen
De blauwe bessenstruik geeft middelgrote bessen met een stevige schil en sappig vruchtvlees. De bessen groeien in losse trossen en zijn makkelijk te plukken.
De smaak is goed: zoet en iets aromatischer dan bij veel andere blauwe bessen. Daardoor zijn ze zeer geschikt voor vers gebruik, maar ook voor verwerking in muffins, pannenkoeken en jam. ‘Northland’ is een vroege tot middentijdige soort: de oogst begint meestal eind juli of begin augustus en loopt enkele weken door. De vruchten bewaren goed in de koelkast en kunnen ook uitstekend worden ingevroren. Maar blauwe bessen zijn natuurlijk altijd het lekkerste als je ze direct uit de struik eet!
Zure ondergrond
Zoals alle blauwe bessen groeit ‘Northland’ het beste op zure, humusrijke grond met een pH tussen 4,0 en 5,5. Veengrond is ideaal. In tuinen met kalkrijke of zware kleigrond is het aan te raden deze blauwe bes in een grote pot of kuip met zuurminnende potgrond te houden. Ook in pot blijft de plant compact en productief.
Herkomst
De Northland blauwe bes werd ontwikkeld aan de Michigan State University als onderdeel van een veredelingsprogramma gericht op winterharde commerciële rassen. Het ras is ontstaan uit een kruising tussen Berkeley en een zaailing van een kruising van een laagblijvende wilde soort met de Pioneer. Sinds de introductie in 1967 heeft ‘Northland’ zich bewezen als een productief en betrouwbaar ras, met name in de koudere streken van Noord-Amerika en Canada. Ook in Nederland is het ras relatief populair.