Rasomschrijving
De Attika druif is een donkerblauwe, pitloze tafeldruif met grote trossen en sappige bessen. Dankzij haar zoete smaak en vroege rijping is dit een geliefde druif voor zowel de fruittuin als professionele teelt.
Donkerblauwe, pitloosdruiven
De trossen van de druif 'Attika' zijn groot (tot wel 600–900 gram!) met individuele bessen die ver van elkaar verwijderd staan. Ze zijn daardoor minder gevoelig voor schimmelvorming. Krenten is bij dit ras ook niet nodig. De bessen zijn ovaal, donkerblauw en wegen gemiddeld 5–7 gram.
Het vruchtvlees is stevig en sappig, met een opvallend zoet, fruitig aroma en een lage zuurgraad. Hoewel het een zeer smakelijke consumptiedruif is, is het aroma wat milder. De druif is daarmee niet zo goed voor wijn geschikt.
De Attika druif is vrijwel volledig pitloos, maar soms komen kleine, zachte zaadjes voor die nauwelijks merkbaar zijn. De druiven rijpen vroeg, vaak al vanaf half augustus, en zijn uitstekend geschikt als tafeldruif. Door hun stevige structuur barsten de vruchten niet bij regen en zijn ze goed transporteerbaar. De schil zelf is middelmatig dik. Dat is fijn, want dat maakt ze comfortabel te eten maar beschermt ze tegelijkertijd tegen wespen.
Sterke groei
De Attika druivenstruik heeft een krachtige groei met een half-opgerichte groeiwijze. De plant is goed bestand tegen ziektes, waaronder dan met name tegen botrytis (grijze rot). Ook in ons klimaat levert de druif een betrouwbare oogst, mits ze voldoende zon krijgt. Ze is winterhard tot ongeveer –20 °C en daardoor ook geschikt voor teelt in koelere regio’s. Zoek hoe dan ook wel een mooie warme plek uit je in tuin voor deze aantrekkelijke druif!
Herkomst
De Attika druif werd in 1979 in Griekenland ontwikkeld door veredelaar Vassilis Mikos. Ondanks de 'warme afkomst' is het ras wel goed voor ons klimaat geschikt. De kruising is ontstaan uit Alphonse Lavallée x Black Monukka. Internationaal staat de druif bekend onder de namen Attika en Attiki.